Robert Koops – ervaringsdeskundige

Naast mijn werk als counselor, trainer en intervisor, ben ik ondermeer ervaringsdeskundig met alcoholafhankelijkheid, met de onderliggende mechanismen die deze afhankelijkheid hebben aangewakkerd en in stand hielden. Ik ken de beklemming, de eindeloze stoppogingen, het falen, de contraproductieve hulpverlening en de hel van terugval. Ik ken het dweilen met de kraan open.

Goed functionerende drinker

Ik behoorde tot de categorie van goed functionerende drinkers, overdag fris en scherp en sowieso nooit echt dronken, maar na het werk, tijdens het koken, begon het drinken. Dat is een ander beeld dan men doorgaans voor ogen heeft van drinkers.

Erkennen

Begin jaren 90 wist ik al dat mijn drankgebruik eigenlijk niet oké was en op termijn moest eindigen. Ik was daar open over en dook niet weg, ik gebruikte geen smoesjes. Ik wist dat het in die tijd extra kleur aan mijn leven gaf, alcohol was vriend en werd gaandeweg vijand. Dat laat goed zien dat ik mij nog wel fixeerde op het drinken als probleem.

De omkering

Regelmatig krijg ik de vraag hoe ik er ooit ‘vanaf’ ben gekomen, zonder ook maar enige hunkering of terugval te hebben gehad. Hunkering die ik wel voelde bij de vele stoppogingen die ik eerder ondernam. Ik vertel als eerste dat ik in wezen nooit van de alcohol ‘af’ ben geraakt, hoewel ik na december 2007 nooit meer heb gedronken. Van de drank af raken was (en is) de essentie niet. Dát doorzag ik op goed moment, het was een van de belangrijkste inzichten, een ommekeer. Ik ben nooit gestopt, ik ben begonnen! Het was een proces van het op de juiste wijze bij elkaar brengen van inzichten, het onderkennen van onderliggende complexe structuren en instandhoudingsmechanismen én het geleerde in de praktijk brengen. Belangrijk was ook dat ik ervan overtuigd raakte dat mijn hele wezen toewerkte naar het kantelpunt, het moment waarop ik de beslissing nam niet meer te drinken.

Een belangrijke randvoorwaarde was gelegen in de bereidheid echt alles onder ogen te zien en het proces de tijd te geven die het nodig had. Daarom probeer ik cliënten allereerst het noodzakelijk geduld bij te brengen. Dat lukt maar ten dele, dus bezint eer ge begint.

Robert Koops
Robert Koops

Ervaringsdeskundige professional

Ik heb ervaren hoe complex verschillende borgende en remmende mechanismen de coping – in mijn geval ongezond alcoholgebruik – in stand hielden. Dat is voor niet-ervaringsdeskundige therapeuten nauwelijks te overzien en al helemaal niet te doorvoelen. Bovendien zijn er maar weinig hulpverleners – al dan niet ervaringsrijk – die hun eigen noodlijdendheid (hun eigen emotionele behoeftigheid) werkelijk doorzien en deze beleven op een wijze die gezond is voor henzelf en hun cliënten. In dat geval staat het proces van de cliënt in dienst van de behoeftigheid van de hulpverlener.

Vrij van alcohol en dan nu perfect gelukkig?

Geluk is geen permanente staat van zijn, dus daar streef ik ook niet naar. Als er momenten van geluk zijn, is dat mooi. Het nastreven van geluk als continue staat van zijn is niet realistisch. Het brengt hooguit een sluimerend gevoel van gemis doordat het onhaalbaar is.

Waar het om gaat is de vraag of mijn leven betekenisvoller is. Het antwoord op die vraag is volmondig Ja. Ik geniet van de vrijheid die ik ken sinds ik niet meer de onrust heb die ik eerder had. Als ik daaraan terugdenk voel ik dankbaarheid.

Zingevend helpen en helpen met zingeving

Ik vind het zingevend om anderen te ondersteunen, naar een leven, vrij van de behoefte om te verdoven. Het is zo jammer als mensen later op hun leven terugkijken en spijt voelen van de verloren tijd. We zijn hier maar even, op deze wereld, hoe eerder je een weg vindt om het een beetje naar je zin te hebben zonder alcohol en andere maskerende genietingen, hoe beter.


Belangrijke auteurs, inspiratoren

Alice Miller opende mijn ogen waar het gaat om intergenerationele overdracht van noodlijdendheid, dat vormde mede de basis voor mijn ideeën over emotionele incest

Paul van Tongeren, hoogleraar Filosofie, ontsloot de belangrijkste filosofische inzichten. Door van Tongeren heb ik toegang gekregen tot Nietzsche (als dat al kan) door te lezen en te herlezen, door elke zin te herkauwen, zoals ik dat eigenlijk altijd doe. Traag lezen.

Wilhelm Reich, die mij met terugwerkende kracht een alibi verschaft aan mijn vroege afkeer van kleinburgerlijke moraal, aanpassing aan kleine geesten die het zelfstandig denken in de weg staan.

Paul Verhaeghe, hoogleraar en psychodiagnosticus, bevestigde mijn voelen over het tijdsgewricht waarin we leven en hoe dat doorwerkt in ons allemaal. Verhaeghe laat met gebruikmaking van Foucaults Geschiedenis van de waanzin, zien hoe het maatschappelijk denken over geestelijke gezondheid bepaalt wie afwijkt en wie niet. Hoe krampachtiger de samenleving, hoe meer mensen worden weggezet en gediagnosticeerd. Dat mensbeeld heb ik doorgetrokken naar de mythevorming rond ‘verslaving’.

Betty Martin, hielp mij een veilige vorm te vinden om meer met het lichaam te werken, omdat ik al lang weet dat ons traumamateriaal in ons lichaam zit opgesloten. Ik werk nu met The Wheel of Consent.

Esther Perel, die met haar zienswijze over intimiteit en seksualiteit ruimte schept in een tijd waarin dat steeds meer wordt beperkt.

Stephen W. Porges, de man die onbedoeld de klinische geestelijke gezondheidszorg ingrijpend zal veranderen, dat wil zeggen als de Polyvagaaltheorie eenmaal doordringt tot de medische wereld.

Deb Dana, die als lichtend voorbeeld van een warme therapeute ook nog geweldige boeken schrijft over de Polyvagaaltheorie.

Peter A. Levine, die wetenschappelijke uitleg weet te geven aan wat voor velen toch wat zweverig is, de wijsheid van je lichaam.


Hier nog wat persoonlijke vragen die me wel eens bereiken:

– “Hoe lang duurde jouw hele proces?”
Ik denk dat al het denkwerk van jaren eerder me voorbereidde op het moment dat het zover zou zijn. De start van het project was goed beschouwd het begin van de afronding. Dat duurde drie maanden.

– “Heb je niet het idee dat je nog steeds verslaafd bent?”
Nee, ik heb ook nooit hunkering gehad of ontwenningsverschijnselen. Ik ging gewoon met vrienden naar de kroeg en bleef aan het water. Ik vond dat prima, het deed me niets. Dat leek voordien onbestaanbaar.

– “Heb je nog professionele begeleiding gehad?”
Nee, ik heb het op eigen kracht gedaan, maar natuurlijk wel met de wijsheid van verschillende bronnen, die ik ook in mijn werk gebruik.

– “wat is het meest veranderd sinds je niet meer drinkt?”
Niet meer drinken had direct grote impact, ik had meteen meer energie, maar het moeilijkste moest nog komen, de tijd dat ik niet meer kon weglopen voor emotionele pijn. Het kunnen aanvaarden daarvan is de grootste verandering geweest. Dat proces duurt nog voort, want klaar ben ik nooit.

– “Waarom help je andere mensen van de drank af?”
Een van de motieven is dat ik een alternatief wil bieden voor mensen die zich niet herkennen de meeste reguliere trajecten, waarbij alcoholafhankelijkheid wordt gezien als een (ongeneeslijke) ziekte omdat ik dat idee beschouw als onrecht. Tegelijk voel ik me geroepen mijn inzichten te delen en niet voor mezelf te houden en ik sluit me aan bij wat in Afrika Ubuntu wordt genoemd: we kunnen alleen zijn en bestaan voor en door elkaar. Daarin heb ik een taak, deze taak.


Naar anderen die hunkeren naar vrijheid citeer ik Connie Palmen uit De Wetten:

Het zijn bijkans allen vluchtelingen en dankzij hen heb ik vaak het gevoel verbonden te zijn met de geschiedenis,
nog iets te kunnen verzachten van het geleden leed.