De kunst van het leven…
Citaat: “De kunst van het leven bestaat erin om aan de goede kant van de baan te blijven: daar waar het licht schijnt, waar de bermen stevig zijn en de warmte van de zon ons aangenaam kan koesteren. Zo kan het leven prettig kuierend of nieuwsgierig lopend zijn. We trachten de lastige kant te vermijden, waar het donker is, slijkerig en vuil, waar we struikelen over puntige rotsen, waar we gekwetst kunnen worden en bedroefd en pijnlijk onderuitgaan. Het vergt wat aandacht om op de kronkelige weg steeds weer de juiste kant te zoeken. Met wat geluk worden we onderweg ook bijgestaan om de betere doorgangen te vinden in de lastige passages, krijgen we de nodige ondersteuning en opvang bij de onvermijdelijke struikelingen op onze eigen specifieke tocht. Zo gaat het leven, zo brengen de lastigheden ons soms dichter bij elkaar” Dirk de Wachter, in Vertroostingen
Zo begint het boek Vertroostingen van Dirk de Wachter, een boek dat hij schreef nadat het noodlot hem had getroffen. Over dit noodlot, daar schrijft en spreekt de Wachter over in
Kijk op Human: Donderdagen met Dirk de Wachter.
Tezelvertijd trof het noodlot mij, zij het met betere prognose maar niet met minder existentiële angst rondom een zware ingreep. Misschien wel meer omdat de Wachter, zo als hij dat zo mooi verwoordt, meer chance heeft gehad waardoor hij beter kan omgaan met zijn lot.
Hij schrijft “Zelf heb ik veel geluk gehad. De weg verliep voorspoedig, de valpartijen waren beperkt.” Hij was als kindje graag gezien en in een goed nest opgegroeid, hij had daardoor basic trust. Hij zegt “Door die basic trust, zoals ze dat in de psychologie noemen, kan ik mij in lastige tijden gedragen voelen.”
Dat kan ik niet zeggen over mijn vroege levenspad, dat was eerder het omgekeerde. Daar echter houden de verschillen op en zie ik vooral overeenkomsten als hij schrijft een dankbaar mens te zijn, geprivilegieerd en geëngageerd om anderen bij te staan. De mens te zien staan en bij te staan geeft zin aan het leven, geeft zin aan mijn leven.
De boodschap die steeds weer naar voren treedt is even troostrijk als confronterend. We bestaan in de aanwezigheid van de ander, in de blik van de ander. Niet het grote, maar het kleine is belangrijk. Het gebaar, de hand van de ander die je streelt, de ander die zegt, zal ik een koffietje voor je maken.